Mijn soort tempels

Het inpakken van alle tassen is begonnen. We zitten eraan te denken om een extra golftas mee te nemen voor alle cadeautjes, souvenirs en kleding die we hebben gekregen en gekocht! Mijn backpack staat vol in de hoek, met daarnaast nog zo'n 5 volle tassen *stress*.

De laatste maand hebben Hein en ik het noorden en oosten van Sri Lanka verkend, een kant die we nog niet hadden gezien omdat in de eerste vier maanden het zuiden en westen in seizoen waren. In juni valt de monsoon over dit gedeelte van het land, waardoor het soms heel de dag regent. We lazen zelfs over aardverschuivingen, overstromingen en de uitbraak van Dengue rond Colombo. Gelukkig hebben we geen van dit alles meegemaakt tijdens onze reis.

We begonnen met de heilige steden Polonaruwa en Anuradhapura, waar enorm veel ruines liggen en oude tempels. Als ik het me goed herinner was Anuradhapura zelfs de oude heilige hoofdstad van Sri Lanka. Anuradhapura is ongeveer 1000 jaar ouder als Polonaruwa, wat je ook goed kon zien, omdat er bijna niets meer overeind stond. Wat dat betreft hadden we meer waar voor ons geld in Polonaruwa, waar ik me heb lopen verwonderen over hele oude boeddhistische en hinduistische tempels die nog in redelijk goede staat waren. Blijkbaar bestaan kabouters en engelen ook in deze culturen, want ze stonden zowat op elke tempel gebeeldhouwd.

Maar de tempels naar mijn smaak heb ik gevonden in Jaffna, wat onze volgende bestemming was. Inmiddels hadden we 2 Nieuw Zeelanders ontmoet: Lauren en Michaela, en ook een Australiër, Andrew! Met z'n vijven maakten we de lange busreis naar het Noorden. Jaffna is helemaal niet toeristisch, omdat dit gedeelte tot niet zo lang geleden nog middenin een oorlog zat. Dit is nog steeds goed te zien door de belachelijke hoeveelheid militairen die er rond lopen en de kogelgaten die je in sommige huizen zag. Echter, ik vond Jaffna wonderschoon. Dit gedeelte wordt bezet door bijna alleen maar Hindu's, waardoor er op elke hoek een kleurrijke tempel stond. Het leek wel alsof elke tempel werd gewijd aan Amman, die ook wel een vorm van Kali is. Kali is de Godin van de dood en vernietiging, maar Amman is de Godin van vruchtbaarheid. Ik weet niet of zij dit had bepaald, maar in deze tempels moesten alle mannen verplicht hun shirt uit doen (mijn soort tempels!). Jaffna heeft ook een aantal eilanden die elk nog een Nederlandse naam dragen, zoals Delft en Leiden. Ook deze hebben we bezocht!

Na een paar dagen Jaffna waren we allemaal hard toe aan strand. Met z'n allen pakten we een vroege bus naar Upuvelli, vlakbij Trincomalee. Dit is naar mijn mening het mooiste strand van heel Sri Lanka. We hebben veel gechillt, maar ook mooie wandelingen gemaakt langs de kust en ook nog een ochtendje gesnorkeld. Dit snorkelen gebeurde bij "Pigeon Island", vernoemd naar alle duiven die er nestelen. Het koraal was super mooi, zo ook alle tropische vissen (denk aan Nemo, die ronde vissen met stekels, vissen in alle kleuren van de regenboog en met patronen die leken op Afrikaanse maskers), en al snel kwamen we de eerste rif haaien tegen. Deze waren nog van handelbaar formaat. Al snorkelend om het eiland kwamen Hein en ik al snel in het diepe gedeelte. Ik keerde me om en zag me daar toch een !@#@%#$-ing grote haai voorbij komen! Ik probeerde me "cool" te houden, was het niet voor een wondje dat ik net in mijn hand had opgelopen en ik bloedde als een malle. Ik heb geloof ik nog nooit zo hard heb geschreeuwd. Gelukkig had ik een snorkel aan en hoorde niemand me. En gelukkig ben ik niet opgegeten. Aan de andere kant van het eiland, waar het eigenlijk verboden was om te zwemmen, zijn Hein en ik twee grote schildpadden tegen gekomen, met zeewier op het schild. Helemaal geweldig! De rest van de dagen gespendeerd aan niksen, kaarten, lekker eten.

Hier verlieten we Andrew, Michaela en Lauren om met z'n tweeën naar Baticaloa te gaan. We hadden een mooi hostel met een tv waar we ook de eerste wedstrijd Nederland-Spanje hebben kunnen zien. Baticaloa heeft nog veel Nederlandse invloeden, met een Fort en enkele mooi gekleurde kerken. We verbleven hier 2 nachten en gingen daarna door naar Ella, wat waarschijnlijk mijn lievelingsstadje is geworden. Ella ligt midden in de bergen, heeft een heel fijn koel klimaat en heeft net genoeg toeristen om ook lekker westers te kunnen eten. Hein en ik hebben hier ongeveer 6 dagen gezeten, en we hebben elke dag lange wandelingen gemaakt enkele bergen op, naar een grot en langs hoge watervallen. Hemels!

In Ella ontmoetten we twee Nederlanders: Lydia en Peter, en twee Fransen: Guillaume en Frederique. Met z'n zessen konden we goedkoop een taxibus huren waardoor we binnen 3 uur in Arugam Bay waren. Arugam bay is het hart van de Sri Lankaanse surf-scene. Het zou een erg relaxte sfeer zijn, ware het niet dat wij kwamen net op het moment dat alle moslims van het dorp aan het protesteren waren! Een paar dagen ervoor hadden extremistische Boeddhistische monniken (ze bestaan in elk geloof jammer genoeg) Moslims aangevallen en hun winkels verbrand. In Arugam Bay waren er weer veel militairen present, die allemaal met een AK-47 aan het zwaaien waren. Gelukkig keerde de rust na een dag weer terug en heb ik gewoon lekker veel niks gedaan. Er was ook een tof feest op zaterdag waardoor ik NA VIER MAANDEN eindelijk weer eens lekker kon dansen.

Via Arugam Bay namen we de bus terug naar Ella, waar we de volgende dag de populaire treinrit namen van Ella naar Kandy. Dit is schijnbaar de mooiste treinrit die je kan nemen! En wat hebben we genoten! We hadden een duur kaartje gekocht: de observation wagon. We gingen dwars door alle bergen, theeplantages, langs watervallen en kleine dorpjes waar nooit iemand komt. In Kandy werden we opgewacht door onze oude vertrouwde tuk tuk driver Palitha. In Kandy gingen we even snel langs de kapper, om de volgende dag door te reizen naar Tangala en Mirissa. In deze twee steden aan de zee in het zuiden was op dat moment geen toerist te bekennen omdat het buiten het seizoen was. Heel positief dus, maar de zee was te ruw waardoor we niet echt goed hebben kunnen zwemmen. Het enige rustige stukje zee wat we hebben kunnen vinden in Mirissa werd bewoont door een stuk of 200 kwallen waar ik een aantal keer goed door ben gestoken. We wilde ook een boottocht doen om walvissen te spotten, maar ook deze ging niet door vanwege de ruwe golven.

Onze laatste dagen van de reis brachten we door in Colombo, waar het vies en heet was en waar we bedbugs in de bedden hadden. Desalniettemin vond ik het een intrigerende stad, omdat het zo een verschil is met de andere Sri Lankaanse cultuur. Waar in de dorpen de vrouwen nog in sari lopen, liepen ze hier in strakke broeken of korte rokjes met topjes zonder mouwen en lagen make-up. Weet niet of dat zo een goede vooruitgang is! Hier hebben we lekker gewinkeld en vooral veel geavontuurd door veel te lopen. Nu zijn we weer terug in het weeshuis.

Sri Lanka heeft mijn hart gestolen. Ik heb maar 1/100e van mijn reis kunnen vertellen omdat ik weet dat veel lezen erg vermoeiend is! Ik hoop jullie allemaal de komende maand te kunnen bezoeken. Ook ga ik alle foto's op facebook zetten zodat iedereen een beeld heeft bij mijn verhalen. Morgen gaan Hein en ik richting Negombo, het strand vlakbij het vliegveld. Woensdag vliegen we terug naar België. Donderdag 10 Juli rond 10:30 komen we aan op Brussel!

Tot snel??